




Eindtijden 23 km:
Jasper 04:54:41
Joke 05:02:46
Eindtijden 45 km:
Gert-Jan 06:21:42
Jeroen 06:42:19
Wilma 06:51:08
Frank 07:02:14
Het verslag van Jasper:
Gisteren gemountainbiket zonder mountainbike. Maar wel met mountains. Pas achteraf hadden we door dat we hier met een geheel andere tak van sport te maken hebben. Met een ander soort schoenen bijvoorbeeld. Andere afstanden en andere tijden. En een extra dimensie: hoogte. Niets klopt meer. Neem bijvoorbeeld Jeroen, die had ik als laatste ingeschat, volslagen gek dat ie er aan begon: 45km op en neer, maar nee hoor, blijkt geboren klimgeit. Is La Roche een eitje? vroeg Peter. Ja, maar La Roche is geen eitje. Wat is dit dan ? Een kip ? Een legbatterij ? Een boerenomelet ? Nou ja de tijden spreken voor zich, Joke en ik deden zo'n 5 uur over de 23 km ( met 1000 meter hoogteverschillen ), GJ, Jeroen, Wilma en Frank tussen de 6 en 7 uur over de 45km ( met 2000 meter hoogteverschillen ). En ja, het was er mooi, heel mooi. Joke zei na afloop 'nooit weer', ik vraag me af of dat waar blijft. --Jasper.
Het verslag van Jeroen:
Wat een ongelooflijk mooi parcours. Sprookjesachtig. Alsof elk moment de kabouters en de elfjes tevoorschijn konden komen. En wat een zwaar parcours. Was je een heuvel op, kon je gelijk weer dalen. En vaak ook heel steil naar beneden, zodat je geen snelheid kon maken. Je moest voortdurend scherp zijn. Wat natuurlijk onmogelijk is gedurende zes à zeven uur zware inspanning. Op de momenten van niet-scherp-zijn had je geluk nodig of ging je onderuit. Het laatste gebeurde bijna iedereen minimaal twee of drie keer. Er waren dan ook tal van obstakels in het parcours aanwezig. Zo was daar de gladheid. Het had de dag ervoor fiks geregend. Met name de steile stukken waren spekglad. Ik heb heel wat glijpartijen mogen aanschouwen. Zelf ben ik zeker 25 keer weggegleden, wat drie keer leidde tot een val. Dit was zeker geen slechte score! Andere lopers gingen zomaar twaalf keer onderuit. Verder waren de paden of wat daar voor moest doorgaan bezaaid met takken, boomwortels of harde stukken natuursteen. Echt een overweldigende ervaring. Eentje om nooit te vergeten. Ook erg leuk: niemand bekommert zich om de tijd. Daar ben je totaal niet mee bezig. Het is gewoon overleven en de finish zien te halen. Volgend jaar sta ik hier zeker weer aan de start. Tjongejonge, wat een event. Jeroen
Het verslag van Wilma:
Wat is hardlopen toch een geweldige sport. Je kunt er op zoveel manieren van houden. Dat is na la Bouillonnante meer dan duidelijk. Jeroen beschrijft het prachtig hierboven. Mijn ervaringen zijn overeenkomstig met wel hier en daar een klein verschil. Bv. toen ik nog 5 km. te gaan had en de teller op 6 uur en 6 minuten stond, sprak ik tegen een onbekende medeloper de wens uit dat ik binnen 7 uur de finish zou halen. Je denkt: "Dat moet niet zo moeilijk zijn, dat is bijna een uur over 5 km." Ja, dat dacht je. Niet wetend dat we nog getrakteerd zouden worden op weer zo'n mega klim met uiteraard een super mega afdaling. Dit had voor mij niet veel meer met hardlopen te maken. Ik ben er toch echt één die van wat rondhobbelen houdt. Dat kan ik, daar word ik een vrolijk en gelukkig mens van. Een beetje heuvel is geen probleem. Maar zoiets als dit moet ik bekopen met een hoop spierpijn en zeker 2 rustdagen voor ik weer lekker kan hardlopen. Ik loop rond als iemand die jaren niet aan sport heeft gedaan en gister voor het eerst sinds tijden weer eens in aktie is gekomen. Heb voor alle zekerheid Joke gebeld om te checken of zij spierpijn heeft. Haar antwoord was: ''Nee"!!! Wat is hardlopen toch een geweldige sport. Je kunt het op zoveel manieren beleven. Jeroen zijn ding en ik de mijne. La Roche, I am coming, Bouillon, volgend jaar mag Carin in mijn plaats. Reken maar op mij als toeschouwer. Wilma




Het verslag van Joke:
La Bouillonnante. Drie vraagjes van Eric via de mail: 1. Bleek het meer een wandeltocht te zijn? 2. Was het zwaar? 3. Is het voor herhaling vatbaar? Antwoorden. 1. Nee, dat ook weer niet. Wat het wel was, geen idee. 2. Ja en nee. De tijd vloog voorbij. Behalve het laatste uur maar zelfs dat uur had zo’n grote verrassing voor mij in petto (Peter wandelde en jogde een stuk met me mee) dat het ook omvloog. 3. Ja, het is zeker voor herhaling vatbaar maar ik hoop dat ik sterk genoeg ben om dit niet meer te doen. Nog even over 1: deze tocht werd op verschillende manieren benaderd door de deelnemers. Je had hele snelle lopers en deze lopers wisten ALLES te hardlopen. Ongelooflijk. Er waren stukken in het parcours waarover ik op graf van een dierbare (bijvoorbeeld van één van onze vele ratjes) zou hebben gezworen dat dat onmogelijk was. Een ongelooflijk mooi gezicht. Er waren ook lopers met nordic walking stokken voor de steile stukken en tijdens de meer begaanbare stukken hielden ze die gewoon vast tijdens het hardlopen. Leek me niet fijn. Ook haalden een paar nordic walkers ons (Jasper en mij) in. Die zijn eerder als wij gefinisht. Jasper en ik hebben het grootste deel samen op gelopen. Jasper was duidelijk handiger in afdalen en had een paar goede tips zoals laag bij de grond blijven. Stijgen deden we allebei redelijk goed, ik voelde me steeds heel sterk (bodypump!) en vond het goed te doen. Jasper begon op een gegeven moment dingen te zeggen als “ai ai ai” en “mén”. Er kwam ook nog een paar keer een grove vloek uit zijn mond en dat maak je niet vaak mee bij Jasper. Vervolgens konden we ons niet voorstellen dat de anderen (die drie kwartier eerder waren gestart) inderdaad voor de lange afstand gingen. Er was een afslagpunt na 12 km en iedereen met een beetje hersens in zijn schedel zou meteen voor de korte route kiezen. Hebben ze alle vier niet gedaan. Jasper en ik vorderden langzaam en zeker. Op gegeven moment leek me dat het 12 km punt in zicht moest komen, dat was na 2.15 uur (!) lopen. Na 2.30 uur was het er nog niet en ik was er zeker van dat er gewoon geen verversingspost was geweest op de 12 km. Totdat we na 2.45 uur daar aankwamen. Daar moet je op zo’n moment niet te lang bij stilstaan anders is je wil gebroken. Doorbuffelen maar. Jasper deed moeite om zijn schoenen schoon te houden, ik ging al snel als een bulldozer overal doorheen. De stemming was zeer opgewekt. Nog steeds! Het was gewoon te leuk voor woorden. Na het afslagpunt werden we regelmatig ingehaald door de snelle 45 kmlopers. Daar moesten we steeds voor aan de kant. Dat was nog link, want als ik af te toe omkeek om te zien of ze er weer aankwamen dan riskeerde ik weer eens een smak tegen de grond. Ik heb van de 5.02.46 uur dat ik onderweg was zo’n 4.59.46 uur naar de grond gekeken om te kijken waar ik mijn voeten kon zetten. Ik begon met zorgen te maken over de anderen die de lange afstand deden. Met name over Jeroen. Die had in de bus op de heenweg een leuke vooruitblik: op de 18 km zou hij last van een kuit krijgen en een beetje mank doorlopen. Dat zou resulteren in een vastgeslagen lies waardoor hij geen stap meer kon zetten en dan had hij nog 25 km voor de boeg. Ik heb maar even gebeld en hij klonk toen heel monter. Hij liep vóór Wilma en Frank. Gert Jan was op eigen tempo er vandoor gegaan. En hij had met Wilma en Frank 20 minuten voor de ladders moeten wachten omdat daar een hele lange rij lopers stond. Jasper en ik hebben daar niet hoeven wachten, we konden in één keer die kaarsrechte ijzeren ladders op en af. Die hadden hele dunne gladde treetjes. En mijn schoenen waren spekglad. Het parcours. Wat kan ik nog over het parcours zeggen. Woorden schieten te kort. Als Nederlander bezit ik niet de woordenschat om dat te beschrijven. Zoals eskimo’s volgens het broodje aap verhaal 20 (of voor mijn part 40) verschillende woorden voor sneeuw hebben, zo zou je voor de ondergrond van dit parcours 400 verschillende woorden nodig hebben. Je kon hele stukken niet hardlopen maar ook niet wandelen. Na drie en een half uur besloot ik niet meer te joggen en alleen nog maar te stappen. Jasper ging vooruit. Nou, ik hoefde ook voorlopig niet te joggen: er kwam weer een klim aan waar een sherpa jankend zou zijn afgehaakt. En dan toch nog her en der stukjes gejogd. Vlak hiervoor moest iedereen nog door een stromende beek heen, heerlijk met je schoenen (nou ja, een paar karkassen de ooit schoenen waren geweest) in het koude water. Aaah. Een genot. Ik werd ook nog een paar keer ingehaald door 44 kmlopers maar die kwamen het laatste stuk helling nauwelijks meer op. Ik voelde me toen nog best fit maar mentaal zat ik er wel doorheen. Het getal op mijn stopwatch kon ik niet meer interpreteren. Toen kwam de laatste afdaling. Een echte killer. Ik wist toen nog niet dat het de laatste was. Opeens hoorde ik de stem van Peter onder aan de helling. Yes! Energie! Hij wandelde een stuk met me mee en wist me aan het lopen te krijgen. Hij liep zelfs nog een stuk mee. Hij wees de brug aan waar ik over moest en toen kon ik weer. Op dat laatste stuk ben ik nog wat mensen voorbij gegaan. Daar was de witte tent met de finish. Ik was zowaar weer fris en vrolijk. Jasper was in de tent. Na een tijdje gingen we met Peter naar het busje om ons om te kleden. Toen zagen we Gert Jan in de verte aankomen. Die ging in een ongelooflijk mooie tijd finishen! Later bleek dat Nico vlak achter hem zat. Met Nico hadden we de avond hiervoor gegeten in een restaurant. We werden met z’n zevenen aan een tafel voor acht personen gezet en toen kwam Nico binnenlopen, die was alleen. Natuurlijk vonden we het leuk als hij bij ons kwam zitten. Weer leuke (hardloop) verhalen gehoord uit Groningen. We wilden weer terug naar de tent met finishers. Peter vroeg aan mij wanneer de anderen zouden finishen. In het gunstigste geval zouden Wilma en Gert Jan ruim een uur later aankomen zei ik, en Jeroen na totaal negen uur. Ik besloot Jeroen te bellen (ik dorst het bijna niet) en toen bleek hij al bijna bij de finish te zijn. We zagen hem bellend en wel aan de overkant! Wat was ik blij. Weer terug naar de tent. Na Jeroen kwam Wilma al vlot en daarna Frank. We waren weer compleet. En blij! De praatjes waren niet van de lucht, het was ultiem nagenieten. Na een tijdje de bus in, we waren in extase. En dan 5 uur in de bus. En dat vloog ook om. Volgende dag geen spierpijn en eigenlijk weer belachelijk fit. Mijn respect aan de 45 km lopers, ik begrijp nog steeds niet hoe ze het gedaan hebben. Joke.
Het verslag van Gert Jan:
Wat kan ik aan zulke mooie verslagen nog toevoegen? Officieel heette dit dan een trail, wisten wij veel en met hardlopen had het inderdaad niet zo heel veel te maken, maar spectaculair was het wel;-). Veel deelnemers hadden dan ook nordic-walking-achtige stokken bij zich om zich voort te bewegen. En speciale schoenen met stevige grip. Ik ging met mijn gladde hardloopschoenen bij het dalen voortdurend onderuit. Zit onder de schrammen. Er waren maar een paar verzorgingsposten en bij de tweede was ik al 3 uur en 40 min bezig, ik denk toch eens vragen hoe ver we zijn, want dat stond nergens aangegeven. Ik had het idee dat het wel goed ging en dat idee werd bevestigd door de stoere Groninger (die 3.12 op de marathon heeft staan), die een minuut na mij aan kwam bij de drinkpost. We waren beiden zwaar geschokt dat we pas op kilometer 23 waren, dus op de helft!!! Enfin, na 6.21 bereikte ik dan de finish (negative split, dat dan weer wel). Die laatste klim was echt killing, ik was zo moe dat ik omhoog alleen stapje voor stapje met veel stilstaan kon doen en naar beneden ging ik vijf keer vol onderuit, ik had gewoon geen kracht meer om mijn evenwicht te houden. Het was wel heel zwaar een week na de Rotterdam Marathon direct deze te doen. Echt lekker fit was ik niet. Met mijn benen gaat het nu redelijk goed, maar heb wel pijntjes in schouder, rug en bil ;-( Ja, daar is Bodypump nu goed voor (Joke, ik beloof beterschap)! Je had niet alleen je benen nodig om voort te bewegen;-) Enfin, voor herhaling vatbaar lijkt me! Ik vind het wel grappig hoe wij ons zo op dit evenement hebben gestort, zo totaal naïef, zonder enige specifieke voorbereiding, we hadden werkelijk geen idee;-). Het was echt een prachtige ervaring!




Tussendoor de reactie van Eric V op het prikbord: "Ik zie de foto's van de metalen ladder en gladde afdalingen nu pas. Heel erg beeldend en volgens mij geniet iedereen van het afzien. Ik kijk er nu al naar uit om deze loop volgend jaar weer na afloop vanuit mijn gemakkelijke stoel via de woord- en beeldverslagen van onze lopers te kunnen ervaren... 😉 // - eric"
Het verslag van Frank:
De officiële uitslag is binnen. Op de 22km: de eerste kwam al binnen na een ongelooflijke 02:14:51 Jasper: 04:54:41 Joke: 05:02:46 en de laatste 06:54:00. En op de 45 km totally unbelievable - 03:59:08 voor de eerste en voor ons westerparkers Gert-Jan 06:21:42 Jeroen 06:42:19 Wilma 06:51:08 Frank 05:48:26 maar ik ben verwisseld met een Belgische naamgenoot, mijn echte tijd was 07:02:14 en de laatste kwam binnen op 08:50:56 En met een laatste Belgische twist heet dit de uitslag der onbeslisten 2008. Wie weet wat er onbeslist is mag het zeggen. /Frank.
Vandaag is de dag na Bouillon en ik werd er de hele dag aan herinnerd. Niet vooruit te branden, op mijn werk moest ik me aan de trapleuning vastklampen om dan al strompelend mezelf trede voor trede de trap op te hijsen. Collega’s die om toelichting vroegen waren nu definitief overtuigd dat hardlopen ongezond is. Hebben ze gelijk? Ik denk van niet, ik heb genoten en (over)morgen ben ik weer kakelfit. Maar wat een ontbering was het. Al meteen na de prachtstart door de natte en lage kasseien tunnel van het kasteel kwamen we bij een helling. Een helling die zo steil was dat mijn kuitspier meteen zo strak stond dat ik oprecht even bang was dat hij af zou scheuren. Alsof ik een ruimtereiziger was die 2G moest overwinnen bij de versnelling omhoog. Op de heenweg had Jeroen al lachend gezegd “alles omhoog ga ik wandelen”. Nou, dat bleek al snel geen optie te zijn, ik kon gewoon niet anders. En dat iedereen alles omlaag heelhuids overleefd heeft is een godswonder. Trippeltrappend met kleine korte felle laag-bij-de-grondse pasjes hield ik me meestal staande. Meestal. Soms won de zwaartekracht en begon ik aan een modderglijbaan waarin ik veel te snel omlaag zigzagde totdat ik me aan een tak kon vastgrijpen. En zowaar, nee, ik ben niet gevallen, zeven uur lang niet. Wel als laatste geëindigd maar rechtop blijven staan. En soms leek het wel een 3D cryptogram. Kwam ik volle snelheid van een geitenpaadje de berg af tot helemaal beneden en dan was daar een grote modderpoel met daarachter een stenige snelstromende rivierbeek en aan de overkant een lonkende gele pijl “Bouillonante”. Tja, je kunt dan gaan stilstaan en nadenken over een optimale route maar of je dan ooit finisht… Ik denderde dus op dezelfde snelheid door en vloog flitsflats van kei tot kei naar de andere oever en daar in de klei weer omhoog. Gek genoeg bleven mijn schoenen 35 km lang droog bij dit soort manoeuvres maar daarna nam mijn oordeelsvermogen snel af denk ik want vanaf de 35 eindigde dit soort hinkstapsprongen telkens in een voetenbad. Überhaupt nam de zuigkracht van de modder na 35 km enorm toe (of was het de zwaartekracht?), ineens merkte ik na elke stap dat mijn schoen liever in de modder achter bleef dan bij mij aan mijn voet (een Sheilaatje noemde Joke dit in de bus terug). Dus toen ik met mijn sok boven een modderplas hing stopte ik even (scheelde toch nauwelijks in snelheid) en heb ik de schoenen superstrak aangeveterd, dat bleek ook voor de moraal enorm te helpen, een gevoel dat je toch iets onder controle hebt. En toen die laatste helling. Een oudere francaise in shorts en sportbeha klom met mij mee omhoog en denderde even snel mee omlaag. “Allez allez”, moedigde zij mij aan op het slotstuk langs camping en rivier maar oelala ik kon haar slakkegang absoluut niet meer bijhouden. Ik wandelde, ik sjokte, ik jogde, ik droomde van een versnelling en ik wandelde alweer. Toen ik het kasteel en de brug en de tent zag en wist dat het einde in zicht was werd ik heel blij maar bleef even traag. Peter lag lekker in het gras en nam een foto, Wilma liep de laatste 200 m met me mee en coachte me naar de finish, want zelfs die hadden de belgen weten te verstoppen. Je moest een tent inlopen en daar een podium opklimmen (welke sadist had dat bedacht) en toen stond ik op dat podium en had ik verwacht dat de wereld of in ieder dat deel ervan wat in de tent aanwezig was in staande ovatie uit zou breken, stupefait van mijn bovennatuurlijke prestatie, maar nee hoor, niks, helemaal niks, behalve wat hippe jonge vrouwen achter laptops die waarschijnlijk mijn startnummer intypte, bedacht ik me later. Ik weet niet hoe lang ik op dat podium heb gestaan, te stom en te uitgeput om wat dan ook te doen of zeggen. Maar wel heel voldaan, denkend dat ik nu toch echt iets hors categorie had verricht. Ik kreeg een belgisch biertje en liep naar buiten waar ik met mijn eerste post Bouillon dilemma werd geconfronteerd. De zon scheen, het gras was groen, er zaten vrienden in het gras en ik wou er naast gaan zitten. Maar hoe dan? Oplossing: je geeft het glas aan een ander. Je valt om. Dan lig je. Vandaar kruip je overeind en gaat zitten. En dan neem je je glas weer ter hand en proost. Zo ongeveer was het vandaag (maandag) dus ook. /Frank